De Golden Retriever is van oorsprong gefokt om te helpen bij de jacht. ‘Goldens’ zijn tegenwoordig erg populair als gezins- en showhond, en daarnaast nog steeds geschikt als jachthond. Vanwege hun intelligentie en vriendelijke aard worden ze ook gebruikt als blindengeleidehond of hulphond. Het zijn honden die graag apporteren, zowel op het land als in het water. De Golden Retriever wordt gemiddeld twaalf jaar oud.
De Golden Retriever is stevig gebouwde hond met goede verhoudingen. De rug is recht, de staart wordt op rughoogte gedragen en is net lang genoeg om de hak te bereiken. De schedel is vrij breed en even lang als de voorsnuit. De oren hangen. De vacht is vlak of golvend met langere haren bij hals, buik, poten en staart en een dichte, waterbestendige ondervacht. Golden Retrievers zijn er in tinten van goud tot roomkleur. Rood en mahoniekleur zijn niet toegestaan. Enkele witte haren op de borst worden geaccepteerd. Golden Retrievers hebben bij voorkeur een zwarte neus. De ogen zijn donkerbruin. De schofthoogte (schouderhoogte) van reuen is 56 tot 61 centimeter. Teven zijn iets kleiner, met een schofthoogte van 51 tot 56 centimeter.
De Golden Retriever is een zachtaardige, intelligente en energieke hond met een groot uithoudingsvermogen. Goldens zijn doorgaans gemakkelijk op te voeden maar kunnen ook eigenwijs zijn. Ze zijn gevoelig voor stemverheffing en houden van aandacht. Sommige Golden Retrievers hebben aanleg om hun voer te verdedigen. Golden Retrievers zijn echte apporteurs, ze hebben graag iets in hun bek om te dragen. Ze zijn vrijwel allemaal dol op zwemmen. Golden retrievers zijn doorgaans vriendelijk of neutraal naar onbekenden, en ook met andere honden kunnen ze vaak goed overweg. Als ze goed gesocialiseerd zijn kunnen ze prima met andere huisdieren leren samenleven. De Golden Retriever gaat meestal goed om met kinderen en is erg tolerant. Uiteraard mag men ook deze hond nooit alleen laten met kleine kinderen! Let ook op dat de kinderen respectvol met de hond omgaan, ondanks dat deze veel toelaat. Er zijn verschillende foklijnen ontstaan door selectie op jachtprestaties of juist op showhonden. Golden Retrievers uit werklijnen zijn echte jachthonden die niet geschikt zijn om alleen als gezelschapshond in huis te leven.
Golden Retrievers hebben een vacht waar gemakkelijk modder en vuil in blijft hangen. Regelmatige vachtverzorging is dus nodig. Kam de plaatsen waar de vacht lang is goed door om klitten te voorkomen. Knip een overmaat aan haren tussen de voetzolen weg. Ook teveel haar in en rondom de gehoorgang moet worden weggehaald. U kunt de hond tweemaal per jaar laten trimmen. Als uw Golden Retriever heeft gezwommen in vies of zout water kunt u hem met schoon water afspoelen of, indien nodig, wassen met speciale hondenshampoo. De Golden Retriever heeft aanleg om dik te worden, houd zijn gewicht goed in de gaten want een dikke hond heeft meer kans op gewrichtsaandoeningen.
Golden Retrievers hebben vrij veel beweging nodig. Ze moeten dagelijks los van de lijn kunnen rennen en spelen. Pas bij jonge honden wel op dat ze niet te lang achter elkaar rennen, wild spelen of ballen apporteren, dit geeft een te grote belasting van de gewrichten. Zwemmen vindt bijna elke Golden Retriever geweldig en het is goed voor de spieropbouw. Ook lopen naast de fiets is een goede lichaamsbeweging voor de Golden, maar natuurlijk moet u dit niet doen als het buiten erg warm is. Golden Retrievers doen graag iets samen met de baas. Zorg ervoor dat ze ook hun hersens moeten gebruiken. Golden Retrievers zijn erg geschikt om gehoorzaamheidstraining, behendigheid, doggydance en natuurlijk speuren, apporteren of complete jachttraining mee te doen. Ze houden ook van flinke einden wandelen.